top of page

VISIE

Een aanzienlijk deel van de leerlingen in het basisonderwijs heeft een onvoldoende functioneel handschrift. Deze leerlingen schrijven niet (prettig) leesbaar, onvoldoende vlot of ervaren kramp tijdens het schrijven. Dit is een probleem, omdat het handschrift nog steeds een belangrijke leervoorwaarde is.

 

De huidige praktijk
Met behulp van de gangbare handschriftmethodes in het basisonderwijs leren kinderen schrijven door ‘schrijfbewegingen’ te imiteren. Een voorbeeld: de leerkracht staat voor de klas en doet de schrijfbeweging van een letter voor in de lucht. De leerlingen doen deze beweging na. Vervolgens trekken de leerlingen de letter een aantal keer over op papier, om deze tot slot zelf tussen de lijntjes te schrijven.

De kwestie
We staan er doorgaans niet bij stil dat door deze manier van lesgeven een heleboel kennis impliciet blijft voor leerlingen. Er is met andere woorden nog veel meer te vertellen over goede lettervormgeving. Kijk maar eens naar de onderstaande voorbeelden van de letter h. Door onze huidige manier van lesgeven – voordoen en nadoen zonder inhoudelijke instructie – moeten leerlingen de logica van de lettervormgeving zelf ontdekken. De ene leerling is hier nu eenmaal beter in dan de andere, waardoor de resultaten binnen een klas behoorlijk uiteen kunnen gaan lopen.

Lettervormgevingscriteria van de letter 'h'

  1. Letters horen de romp- en luszones uit te vullen. Hier zie je dat de romp van de letter h netjes ingeklemd zit tussen de grond- en romplijn, en de lus tussen de romp- en luslijn.

  2. Letters hebben doorgaans evenwijdige neerhalen. Hier zie je dat de eerste en tweede neerhaal van de letter h precies in dezelfde hoek staan.

  3. Letters hebben vaak een vaste rompverhouding. Hier zie je dat de romp van de h precies in het rode vakje past (van twee vierkantjes op elkaar).

  4. Letters hebben lijndelen die recht zijn en lijndelen die gebogen zijn. Hier zie je dat de gele lijndelen gebogen zijn en de blauwe lijndelen (kaars)recht.

  5. Sommige letters hebben een invoeg- of uitvoegpunt. Hier zie je dat het uitvoegpunt (voor de aanzet van het boogje) precies op de helft van de rompzone ligt

h2_edited.jpg

Handschriftproblemen
Bij leerlingen die niet (prettig) leesbaar schrijven of bijvoorbeeld te traag schrijven, wordt tegenwoordig vaak een motorisch probleem verondersteld. De redenering is dat het hen niet lukt om de schrijfbewegingen goed uit te voeren, dus moet er iets mis zijn met hun ‘schrijfmotoriek’. Uit wetenschappelijk onderzoek komt echter consistent naar voren dat leerlingen door het oefenen van ‘schrijfmotoriek’ of fijne motoriek nauwelijks beter gaan schrijven. Dit komt doordat de motoriekoefeningen niet taakspecifiek zijn; ze hebben te weinig met de handschriftvaardigheid te maken om zinvol te zijn. Wat ook uit de onderzoeken naar voren komt: taakspecifieke instructie, oefening en feedback helpen wel!

Het alternatief
Om álle leerlingen in het basisonderwijs een functioneel handschrift aan te leren, zullen we hen expliciete instructie moeten geven op de logica van de lettervormgeving. Effectief handschriftonderwijs gaat dus niet alleen om procedurele kennis (de letterroute of ‘schrijfbeweging’) maar ook om conceptuele kennis (recht en gebogen lijndelen, evenwijdigheid, uitvoegpunten, rompverhouding, enzovoorts). Het is daarnaast slim om leerlingen methodeletters aan te leren die voor hen eenvoudig te begrijpen zijn. In de praktijk zijn op deze manier al vele handschriftproblemen opgelost (en voorkomen).

Voorbereidend en voortgezet handschriftonderwijs
Dit betekent ook iets voor de manier waarop we kleuters voorbereiden op het handschriftonderwijs in groep 3. In plaats van hen in algemene zin (precieze) bewegingen te laten maken, kunnen we hen beter alvast een aantal taakspecifieke vaardigheden bijbrengen. Ook het voortgezet schrijven in de bovenbouw kan effectiever (en leuker). In plaats van overschrijfoefeningen kunnen we bijvoorbeeld beter uitdagende, verdiepende lettervormgevingsoefeningen bieden. Bij publicaties lees je hier meer over.

Conclusie
De cognitief-psycholoog Daniel Willingham stelt dat kennis voorafgaat aan vaardigheden. Dit principe geldt evenzeer voor het handschrift als voor alle andere schoolvakken. Het doel van de grafo-cognitieve benadering is om het handschriftonderwijs effectief, uitdagend en leuk te maken. Dat doen we met elkaar, door het vak weer inhoud te geven!

 
Literatuur
Santangelo, T., & Graham, S. (2016). A comprehensive meta-analysis of handwriting instruction. Educational Psychology Review, 28, 225-265.

Kavale, K. & Mattson, P. D (1983). “One jumped off the balance beam”: Meta-analysis of perceptual-motor training. Journal of Learning Disabilities, 16, 165-173.

bottom of page